treft
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- treft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
treffen |
treft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van treffen
- Jij treft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van treffen
- Hij treft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van treffen
- Treft!
Nynorsk
Woordafbreking
- treft
Werkwoord
treft
- voltooid deelwoord van treffa
Werkwoord
treft
- voltooid deelwoord van treffe