tref aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tref aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aantreffen

tref aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantreffen
    • Ik tref aan. 
  2. gebiedende wijs van aantreffen
    • Tref aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantreffen
    • Tref je aan? 


Gangbaarheid