treedt af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • treedt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aftreden

treedt af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftreden
    • Jij treedt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftreden
    • Hij treedt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftreden


Verwijzingen


Gangbaarheid