traumatisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  traumatisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• trau·ma·tisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van trauma met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	traumatisch	traumatischer
verbogen	traumatische	traumatischere
partitief	traumatisch	traumatischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

traumatisch

1. (medisch) door een letsel ontstaan

Hyponiemen

• posttraumatisch

Afgeleide begrippen

• chronische traumatische encefalopathie

Vertalingen

    1. door een letsel ontstaan   

Engels: traumatic (en)

Russisch: травматический (ru) Spaans: traumático (es)

Gangbaarheid

• Het woord traumatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "traumatisch" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.