trassi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tras·si
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘ingrediënt bij rijsttafel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1765 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord trassi -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de trassim

  1. (voeding) (specerij) ingrediënt van de Indische rijsttafel, bereid uit garnalen
Vertalingen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen