tranzistor

Uit WikiWoordenboek

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

tranzistor m

  1. (elektronica) transistor; één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
  2. (spreektaal)(elektronica) transistorradio; draagbaar radiotoestel, waarin transistors de actieve functies implementeren
Synoniemen
  1. tranzistorový prijímač m, tranzistorové rádio o, (spreektaal) tranzistorák m
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tranzɪstɔr/
Woordafbreking
  • tran·zi·s·tor

Zelfstandig naamwoord

tranzistor monbezield

  1. (elektronica) transistor; één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
  2. (spreektaal)(elektronica) transistorradio; draagbaar radiotoestel, waarin transistors de actieve functies implementeren
Verbuiging
Schrijfwijzen
Synoniemen
  1. tranzistorové rádio o, tranzistorový přijímač m, (spreektaal) transistorák / tranzistorák monbezield, tranďák monbezield
Holoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen