transitoir
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: transitoir (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tran·si·toir
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse transitoire (met het voorvoegsel trans-) [1] [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | transitoir |
verbogen | transitoire |
partitief | transitoirs |
Bijvoeglijk naamwoord
transitoir [3]
- (medisch) van voorbijgaande aard, tijdelijk
Vertalingen
1. van voorbijgaande aard
Gangbaarheid
- Het woord transitoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "transitoir" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ transitoir op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be