transitar

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• tran·si·tar

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
transitar	transitaba	transitado
	volledig

Werkwoord

transitar

1. onovergankelijk gaan, lopen, rijden

Verwante begrippen

• transitable, transitado, transitivo, tránsito

Verwijzingen

• transitar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española