tranga
Uiterlijk
- tran·ga
| stellend | |
|---|---|
| onverbogen | tranga |
| verbogen |
tranga
- (straattaal) hard , gebruikt om kracht, sterkte of intensiteit te beschrijven
- Die track is echt tranga, die moet je horen!
- sterk, onverzettelijk
- Hij is een tranga man, niks kan hem breken.
- Het woord 'tranga' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑
Weblink bron Marc De Coster“ENSIE : Woordenboek van Populair Taalgebruik : tranga” (11 december 2022)