traanvocht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  traanvocht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• traan·vocht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  traan zn  en  vocht zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	traanvocht	traanvochten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het traanvocht o

1. een waterige substantie die het oog vochtig houdt

   ▸ Ze huilde, als een kind, omdat ze behoefte had haar traanvocht te laten lopen, enzovoort.

   ▸ De lens is voorzien van een chip die de suikerspiegel in het traanvocht meet. Zodra de bloedsuikerwaarde gevaarlijk wordt, gaat een ingebouwd led-lampje branden. De drager weet dan dat hij zijn suikerspiegel op peil moet brengen.

Synoniemen

• oogvocht

Gangbaarheid

• Het woord traanvocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.