tornt op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tornt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
optornen

tornt (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optornen
    • Jij tornt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optornen
    • Hij tornt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van optornen
    • Tornt op!