torderen
Uiterlijk
- tor·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
torderen |
tordeerde |
getordeerd |
zwak -d | volledig |
torderen
- Draaien zodat er een spiraalvorm ontstaat.
- Het scherm van de laptop voelt niet erg stevig aan. Als je er druk op zet laat het zich makkelijk torderen.
- Het woord torderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.