topdrukte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

topdrukte bij de posterijen rond de kerstdagen
Uitspraak
Woordafbreking
  • top·druk·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord topdrukte topdruktes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

topdrukte v [1]

  1. periode met de grootste drukte
    • Net als vorig jaar belooft het opnieuw heerlijk weer te worden en daarmee wordt wederom topdrukte verwacht in Zandvoort. Vorig jaar kwamen er verdeeld over twee dagen 100.000 bezoekers naar de badplaats. Nu mikken Frits van Eerd (CEO Jumbo) en circuiteigenaar Bernhard van Oranje op nog iets meer toeschouwers. [2] 
    • Het meest populaire cadeau blijft een bosje bloemen, blijkt uit de verwachtingen van Q&A. Op bloemenveiling Royal FloraHolland is het dan ook topdrukte. "Op basis van voorlopige cijfers verwachten we dat de totale moederdagomzet dit jaar iets hoger zal zijn dan vorig jaar", laat een woordvoerder van de veiling weten. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen