toornde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toorn·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toornen |
toornde
- enkelvoud verleden tijd van toornen
- Ik toornde.
- Jij toornde.
- Hij, zij, het toornde.
- Ik toornde.