tonele
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- to·ne·le
Zelfstandig naamwoord
tonele
- datief onzijdig van toneel, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
- ten tonele
zichtbaar worden
- ▸ Maar ziet, in die nacht verscheen de heilige Nicolaas zelf ten tonele.[1]
Verwijzingen
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14