toneelschrijfster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- to·neel·schrijf·ster
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toneel zn en schrijfster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toneelschrijfster | toneelschrijfsters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de toneelschrijfster v
- (toneel) (beroep) vrouw die een toneelstuk heeft geschreven
- ▸ Ik vertel over Ocean, dat geschreven is door de wonderlijke uit Vermont afkomstige toneelschrijfster Frances York en waarin ik onderzocht hoelang je de inactiviteit kan rekken op het toneel, hoe stress op het toneel uiteindelijk ook overslaat naar de zaal[1]
- ▸ Dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg is uit het comité van aanbeveling van het Verzetsmuseum in Amsterdam gestapt. Reden is de opening door de koning van de tentoonstelling over politieke gevangenen Geen nummers maar namen in april van dit jaar.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord toneelschrijfster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Judith Herzberg weg bij Verzetsmuseum uit protest tegen koning” (16-12-2015), NOS