tonalist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- to·na·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tonalist | tonalisten |
verkleinwoord | tonalistje | tonalistjes |
Zelfstandig naamwoord
tonalist [2]
Antoniemen
- [1] colorist
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'tonalist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.