tolereerde
Uiterlijk
- Geluid: tolereerde (hulp, bestand)
- to·le·reer·de
vervoeging van |
---|
tolereren |
tolereerde
- enkelvoud verleden tijd van tolereren
- Ik tolereerde.
- Jij tolereerde.
- Hij, zij, het tolereerde.
- Ik tolereerde.
- Het woord tolereerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.