toiletgang
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toiletgang (hulp, bestand)
Woordafbreking
- toi·let·gang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toilet zn en gang zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toiletgang | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
toiletgang
- het patroon van het wc-bezoek
- ▸ Na het ontbijt — de wentelteefjes zijn te nat, het ei ongaar — en een moeizame toiletgang, transporteert ze hem naar de veranda.[1]
- ▸ Verpleeghuizen mogen geen afspraken maken met bewoners van verpleeghuizen over het aantal keren dat zij naar de wc mogen. Staatssecretaris Van Rijn schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het reguleren van de toiletgang in strijd is met een waardig leven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord toiletgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron “Van Rijn: reguleren toiletgang in strijd met waardig leven” (02-11-2016), NOS