toezei

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·zei

Werkwoord

vervoeging van
toezeggen

toezei

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toezeggen
    • ... dat ik toezei. 
    • ... dat jij toezei. 
    • ... dat hij, zij, het toezei. 
Synoniemen