Naar inhoud springen

toevoer

Uit WikiWoordenboek
  • toe·voer
enkelvoud meervoud
naamwoord toevoer toevoeren
verkleinwoord - -

detoevoerm

  1. het pad waarlangs iets een bepaalde plek bereikt
    • Daarmee raakte de toevoer van koelwater geblokkeerd. 
  2. datgene wat toegevoerd wordt
    • De toevoer van koelwater is niet groot genoeg. 
vervoeging van
toevoeren

toevoer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toevoeren
    • ... dat ik toevoer. 
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be