toetoepje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·toep·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het toetoepje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord toetoep
- dim. tant. (informeel) toetoeppak
- Wou je soms in smoking komen?.... Nee man, trek alsjeblieft een toetoepje aan want anders ben je vanavond niet veilig in de handen van de planters!.... Nou adie, lui! [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'toetoepje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Székely-Lulofs, M.H.Rubber. (1931) Elsevier, Amsterdam; p. 44; geraadpleegd 2019-01-04
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -je in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Zelfstandig verkleinwoord
- Informeel in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal