toeten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toeten
toette
getoet
zwak -t volledig

Werkwoord

toeten

  1. onovergankelijk (muziek) een hoorn laten klinken
  2. onovergankelijk (verkeer) de claxon laten klinken
  3. onovergankelijk het geluid van een hoorn voortbrengen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Van toeten noch blazen weten
Totaal onkundig zijn in iets

Zelfstandig naamwoord

de toetenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toet

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen