toespits
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·spits
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toespitsen |
toespits
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespitsen
- ... dat ik toespits.
Gangbaarheid
- Het woord toespits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.