toeristenklasse

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ris·ten·klas·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toeristenklasse toeristenklassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toeristenklassev

  1. de soberste en goedkoopste comfortklasse die luchtvaartmaatschappijen hanteren
     Acht dagen in de toeristenklasse in een krappe vierpersoonshut en zo.[2]
     De KLM krijgt een nieuw gezicht, althans voor passagiers in de business class. Ontwerpster Hella Jongerius begon helemaal opnieuw: stoelen, stoffen, kleuren. En geen zorgen: hierna is ook de toeristenklasse aan de beurt. Jongerius werkt in Berlijn en correspondent Wouter Meijer ging bij haar langs.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2022 Weblink bron “Hella Jongerius creëert 'thuisgevoel' in KLM-vliegtuigen” (19-03-2013), NOS