toeristenbus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·ris·ten·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toeristenbus | toeristenbussen |
verkleinwoord | toeristenbusje | toeristenbusjes |
Zelfstandig naamwoord
de toeristenbus m
- (verkeer) vervoermiddel op de weg voor een aanzienlijk aantal vakantiegangers
- ▸ Achter een parkeerplaatsje, waar een toeristenbus voor een houten souvenirkiosk en een moderne telefooncel geparkeerd staat, begint het park Melichovo.[1]
- ▸ In Jasper National Park in Canada is gistermiddag (lokale tijd) een toeristenbus gekanteld. Volgens de politie zijn zeker drie inzittenden om het leven gekomen en raakten meerdere mensen gewond, van wie sommige ernstig. Dat melden Canadese media.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord toeristenbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Toeristenbus kantelt in Canadese bergen: drie doden” (19-07-2020), NOS