toenam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·nam

Werkwoord

vervoeging van
toenemen

toenam

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toenemen
    • ... dat ik toenam. 
    • ... dat jij toenam. 
    • ... dat hij, zij, het toenam.