toebehorend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toebehorend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- toe·be·ho·rend
Werkwoord
vervoeging van: | toebehoren |
verbogen vorm: | toebehorende |
toebehorend
vervoeging van: | toebehoren |
verbogen vorm: | toebehorende |
toebehorend