tjokken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tjok·ken
Woordherkomst en -opbouw
- geluidsnabootsing [1]
Werkwoord
tjokken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tjokken |
tjokte |
getjokt |
zwak -t | volledig |
- langzaam stampend voortgaan
- Negentien dagen. Dat was de tijd die het Russische tankschip Christophe de Margerie nodig had om zonder ijsbreker van Hammerfest in Noorwegen via Russische wateren en de ijskap naar Boryeong in Zuid-Korea. ‘Dat is ruim een week sneller dan de gebruikelijke route via het Suez-kanaal en zeker drie dagen sneller dan wanneer het schip toch de noordelijke route had genomen en achter een ijsbreker had moeten tjokken’, communiceerde de woordvoerder van Sovcomflot, het bedrijf dat de tanker bezit, enthousiast. [3]
- Ik zie het en het doet me pijn,
dat ik in plaats van mee te gaan
nu hier moet zijn
en mee mag praten,
dat ik straks niet naast hen mag staan,
dat ik met hen niet méé mag sláán,
dat ik niet zijn mag net als zij,
maar hier moet blijven blaten
en tjokken door de straten
van Groot-Berlijn. [4]
- matjok spelen
- het zingen van een vrouwtjesvink
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'tjokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tjokken" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ tjokken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 26/08/2017 om 12:16 door Sylvie Van Ginneken Historisch: Russisch tankschip vaart zonder ijsbreker door ijskap
- ↑ De Standaard (1942)–Rob Delsing Zwart goud
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 37 %
- Prevalentie Vlaanderen 77 %