tjappen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tjap·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tjappen |
tjapte |
getjapt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
tjappen
- overgankelijk van een stempel, zegel of ander merkteken voorzien
- overgankelijk bewerken met een hak, zodat de grond wordt losgemaakt of gras en vuil worden verwijderd
Zelfstandig naamwoord
de tjappen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tjap
Gangbaarheid
- Het woord tjappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tjappen" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ tjappen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 25 %
- Prevalentie Vlaanderen 33 %