tippelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tip·pe·laar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van tippelen met het achtervoegsel -aar
- [4] De betekenis van “mannelijke prostitué” is van recente datum, in analogie aan de vrouwelijke vorm tippelaarster, opgekomen in de jaren 1990.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tippelaar | tippelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die met kleine pasjes loopt, geoefende wandelaar
- Basisschoolkinderen in Breukelen krijgen op 3 oktober al 100 jaar lang een gratis portie poffertjes in de gebakkraam in het dorp. De traktatie is bij testament vastgelegd door L.C. Dudok de Wit, beter bekend als Kees de Tippelaar, die in 1913 in het Utrechtse dorp overleed. [2]
- (pregnant) (spreektaal) zwerver
- ▸ waar de boeren al of niet aan tippelaars (zwervers) toestaan een nacht in den schuur door te brengen.[3]
- (pregnant) (Bargoens) straatdief
- (neologisme) mannelijke prostitué
- 'Ik zie niet in waarom ik me zou moeten schamen voor wat ik doe’, schreef Muns op zijn weblog. ‘Ik ben sekswerker, hoer, prostitué, tippelaar of hoe je het ook noemen wil. Ik verdien geld met seks en dat is goed.' [4]
- In de Zwitserse stad is een proef gestart ter bescherming van tippelaars. Mannen die behoefte hebben aan de diensten van een tippelaar, dienen daarvoor naar een speciale plek net buiten het centrum te gaan. In een soort car-parking kan de tippelaar veilig aan het werk. [5]
- ▸ Een inwoner van Bloemendaal die dit weekeinde dacht in Amsterdam een aantrekkelijke vrouw te hebben opgepikt, moest thuis tijdens het liefdesspel tot zijn schrik ervaren dat hij met een man thuis gekomen was. Hij wilde hierop zijn geliefde voor een nacht het huis uit zetten. Daarbij ontstond een vechtpartij waarbij over en weer rake klappen werden uitgedeeld. Op het hulpgeroep van de bewoner reageerden buren door de politie te waarschuwen, die de hevig vechtende mannen uit elkaar haalde. De 'tippelaar', een 24-jarige Italiaan, is aangehouden en overgedragen aan de Vreemdelingendienst.[6]
Synoniemen
- [1] wandelaar,voetganger
- [4] hoer, prostitué, sekswerker
Gangbaarheid
- Het woord tippelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tippelaar" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[7] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 24-09-2013 Al 100 jaar gratis poffertjes in Breukelen
- ↑ van Nesin:H. de Veer, H.F.R. Hubrecht en J.H. RennefeldEigen Haard, Geïllustreerd Volkstijdschrift (1896)
- ↑ De Standaard 07/08/2013 door jvh, jvt Voorzitter Scholierenkoepel klust bij als prostitué
- ↑ De Telegraaf 26 aug. 2013 Zürich lanceert afwerkplek voor tippelaars
- ↑ Weblink bron Man grijpt mis in liefdesspel in: De Telegraaf (26-10-1993), Uitgever Dagblad De Telegraaf, Amsterdam, p. 7 op Delpher.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aar in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Pregnant in het Nederlands
- Spreektaal in het Nederlands
- Neologisme in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %