tinkelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tin·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van tinkel
Werkwoord
tinkelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tinkelen |
tinkelde |
getinkeld |
zwak -d | volledig |
- een rinkelend geluid maken
- Dagelijks worden er in de grote tent op het hoofdterrein modeshows gegeven voor het zogenaamde hogere segment (lees: veel blond, beige, zwart en bruin). Less is more is in de modewereld normaal gesproken een DO, maar in Boekelo definitely een DON'T. Armbanden moeten tinkelen en verdrinken in de kralen van de twee andere armbanden om de gebruinde pols. Ook plamuurwangen zijn HOT. Puur natuur is zo 2007, laat dat maar aan de paarden over. [1]
- een soort toveren
- Het boek Wiplala Weer is de tweede kinderroman die Annie M.G. Schmidt schreef over de vriendschap tussen de oer-Hollandse familie Blom en het piepkleine mannetje Wiplala dat kan 'tinkelen', een soort toveren. [2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tinkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tinkelen" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 13-10-08 Blog: de strijd tussen zien en gezien worden.
- ↑ Het Parool 10 DECEMBER 2009 Liedjes-cd van kinderboek Wiplala in de maak
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be