tiltale

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • til·ta·le
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tiltale
tiltaler
tiltalte
tiltalt
Klasse 2 zwak

Werkwoord

tiltale

  1. overgankelijk aanspreken
    «De tiltale hverandre med 'du'.»
    Ze spraken elkaar met 'je' aan.
  2. overgankelijk aanklampen, aanspreken
    «Han tiltalte fremmede på gaten.»
    Hij klampte vreemden op straat aan.
  3. overgankelijk, (juridisch) aanklagen, beschuldigen
    «Hun ble tiltalt for tyveri.»
    Ze werd beschuldigd van diefstal.
  4. overgankelijk aanspreken, behagen
    «Det tiltaler meg ikke å bo på hotell.»
    Het spreekt me niet aan in het hotel te verblijven.
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

tiltale m

  1. aanhef
    «Tiltale skrives 'De' med stor d.»
    De (Noorse) aanhef wordt 'De' met een grote 'd' geschreven.
  2. (juridisch) beschuldiging, telastlegging
    «Den 11. april 1978 ble han satt under tiltale av statsadvokaten i Trondheim.»
    Op 11 April 1978 werd hij door de openbare aanklager in Trondheim in staat van beschuldiging gesteld.
Verbuiging
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tiltale     tiltalen     tiltaler     tiltalene  
genitief   tiltales     tiltalens     tiltalers     tiltalenes  
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: sette under tiltale
aanklagen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • til·ta·le
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tiltale
tiltalar
tiltala
tiltala
Klasse 1 zwak optioneel
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tiltale
tiltaler
tiltalte
tiltalt
Klasse 2 zwak optioneel

Werkwoord

tiltale

  1. overgankelijk aanspreken
    «Dei tiltalte kvarandre med etternamn.»
    Ze spraken elkaar met de achternaam aan.
  2. overgankelijk aanklampen, aanspreken
  3. overgankelijk, (juridisch) aanklagen, beschuldigen
  4. overgankelijk aanspreken, behagen

Zelfstandig naamwoord

tiltale m/v

  1. aanhef
  2. (juridisch) beschuldiging, telastlegging
Verbuiging
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tiltale     tiltalen     tiltalar     tiltalane  
genitief                        
v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tiltale     tiltala     tiltaler     tiltalene  
genitief                        
v
bijvormen
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tiltala         tiltalor     tiltalone  
genitief                        
Schrijfwijzen
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: setje under tiltale
aanklagen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: høfleg tiltale
een beleefde aanhef