tillen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- til·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘opheffen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tillen |
tilde |
getild |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
tillen
- overgankelijk van de grond opheffen
- Hij tilde zijn slapende zoontje uit zijn bedje.
- overgankelijk iemand tekort doen, niet geven waar hij recht op heeft
- Hij doet zo aardig maar kijk uit, hij is er altijd opuit om iemand te tillen.
Synoniemen
Hyponiemen
- [1] aftillen, omhoogtillen, optillen, overtillen, vertillen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. van de grond opheffen
Zelfstandig naamwoord
tillen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord til
Gangbaarheid
- Het woord tillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tillen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %