tikkeltje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tik·kel·tje
Woordherkomst en -opbouw

komt van getikt

enkelvoud meervoud
naamwoord tikkeltje tikkeltjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tikkeltje

  1. beetje
    • 'Willem-Alexander was een tikkeltje dom' was een slimme opmerking van Maxima. 
    • Hij is wel leuk maar een tikkeltje vreemd is hij toch ook wel. 
     Van Veen maakte na haar gedwongen vertrek duidelijk kenbaar dat ze het jammer vond dat ze niet verder mocht. In de media liet ze destijds weten dat ze "een tikkeltje beledigd" was dat ze uit de serie werd geschreven.[1]
Synoniemen
  1. ietsje, pietsie, vleugje, ietsiepietsie

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 juni 2022 Weblink bron “'Weggestuurde' Babette van Veen keert alweer terug in GTST” (26 juni 2022), NU.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be