tijdsplan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tijds·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdsplan tijdsplannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tijdsplano

  1. een schema waarin staat wat men wanneer, waar en met wie van plan is te gaan doen
    • De centrale stad is al langer in overleg met de landelijke overheid om snorscooters van het fietspad af te krijgen. Dat heeft echter veel voeten in aarde en uit een onlangs vrijgegeven tijdsplan bleek dat Amsterdam nog jaren geduld moet hebben voordat alle procedures zijn doorlopen. [1] 
    • Om de enorme massa bedevaartgangers te managen, geldt er voor groepen pelgrims een vast tijdsplan voor de bedevaart van vijf dagen. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Het Parool MARC KRUYSWIJK 18 APRIL 2016 Fietspaden West verboden terrein voor snorscooter
  2. Tubantia 25-09-15 Nederlandse dode bij bedevaart Mekka
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be