tierelantijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tie·re·lan·tijn
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘overdreven versiersel’ voor het eerst aangetroffen in 1861 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tierelantijn tierelantijnen
verkleinwoord tierelantijntje tierelantijntjes

Zelfstandig naamwoord

de tierelantijnm

  1. versiering, verfraaiing zonder verder nut
    • Lantarenpalen verloren hun piëdestals en tierelantijnen en werden rechttoe-rechtaan cylindrische vlaggenmasten. [3]
    • Op de kaart stonden eenvoudige gerechten, zonder veel tierelantijnen. 
Schrijfwijzen
Synoniemen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen