tientallen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tien·tal·len

Zelfstandig naamwoord

de tientallenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tiental
     De dieren voelden zich hier veilig, tientallen kilometers van de populaire toeristenplekken verwijderd.[1]
     Johnson treedt ook per direct af als partijleider van de Conseratieve Partij. Vorige maand overleefde hij nog een vertrouwensstemming, toen een meerderheid van zijn partijgenoten vond dat hij kon aanblijven. Nu tientallen leden van zijn kabinet zijn opgestapt, treedt Johnson alsnog terug.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 juli 2022 Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl