ticstoornis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ticstoornis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tic·stoor·nis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tic en stoornis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ticstoornis | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ticstoornis v
- (medisch) (psychologie) een neurologische of psychische aandoening die het optreden van tics als belangrijkste kenmerk hebben
Gangbaarheid
- Het woord 'ticstoornis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.