thermoplastisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ther·mo·plas·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van plastisch met het voorvoegsel thermo-
- afgeleid van thermoplast met het achtervoegsel -isch
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | thermoplastisch | thermoplastischer | |
| verbogen | thermoplastische | thermoplastischere | |
| partitief | thermoplastisch | thermoplastischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
thermoplastisch [1]
- door verhitting week of plastisch te maken
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord thermoplastisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.