thermo-ondergoed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ther·mo-on·der·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord thermo-ondergoed -
verkleinwoord thermo-ondergoedje thermo-ondergoedjes

Zelfstandig naamwoord

het thermo-ondergoedo

  1. (kleding) kleding die direct op het lichaam gedragen wordt, doorgaans nog onder andere kleding, meestal zowel de romp als de ledematen bedekt en gemaakt is uit speciale soorten textiel die de lichaamswarmte goed vasthouden op een manier die prettig aanvoelt
     Hij heeft zich tegen de wind en kou gewapend met thermo-ondergoed en een dikke, gewatteerde jas.[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 juni 2023 Weblink bron
    Julia Cornelissen
    “‘Mijn opa, mijn vader, mijn oom – allemaal zitten ze in de kaas’” (27 februari 2018) op nrc.nl op Wikipedia