texelaar

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Texelaar

Nederlands

texelaar
Uitspraak
Woordafbreking
  • texe·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord texelaar texelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

texelaar m [2]

  1. (demoniem) (evenhoevigen) schapenras afkomstig van Texel
     De beelden zijn op 26 juni dit jaar gemaakt door Paul Berghuis (53) uit Usquert, akkerbouwer met een schapentak. Hij controleert elke middag zijn 185 fokooien en zag de Engelse Texelaar van ver al. ,,Maar er lag nog iets. Eenmaal dichterbij zag ik een zeehondenpup bij het schaap. Hij dronk echt, had melk om zijn bekje.’’[3]
     Vroeger was dit eiland één groot losloopgebied voor schapen. Vraag maar aan Piet Bakker, die De Texelaar, geschiedenis van een schaap met toekomst schreef en overloopt van historische kennis over dit eiland.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. texelaar op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2021 Weblink bron “Verlaten zeehondje overleeft door te drinken bij dood schaap” (08-11-2019), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2021 Weblink bron
    Ivo van Woerden
    “NL100015876878” (11/11/2011), HP de Tijd