tewerkstellingsgraad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·werk·stel·lings·graad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tewerkstellingsgraad tewerkstellingsgraden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tewerkstellingsgraadm

  1. (economie) verhouding van het aantal werkende mensen ten opzichte van het aantal mensen op beroepsactieve leeftijd zonder werk
    • De aangroei van de tewerkstellingsgraad is slechts in drie Europese landen lager.[1] 
Vertalingen
Verwante begrippen

Verwijzingen