tetra
Uiterlijk
![]() |
- te·tra
- [1] (verkorting) van tetrachloorkoolstof [1]
- [2] (verkorting) van Tetragonopterus
, vroeger gebruikt als naam voor het geslacht waartoe veel van deze vissen behoorden
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tetra | tetra's |
verkleinwoord | - | - |
de tetra m
- (scheikunde) tetrachloorkoolstof gebruikt als ontvlekkingsmiddel
- (straalvinnigen) vis behorende tot bepaalde soorten karperzalmen die vaak in aquaria worden gehouden
- Wat voor soort tetra's zijn dat? Neontetra's?
- Het woord tetra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tetra" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ tetra op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Verkorting in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %