terugschuiven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·schui·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug bw en schuiven ww
Werkwoord
terugschuiven [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugschuiven |
schoof terug |
teruggeschoven |
klasse 2 | volledig |
- iets naar de oorspronkelijke plaats terug duwen zonder het op te tillen
- (figuurlijk) teruggaan naar de oorspronkelijke plaats
- ▸ Dus wil de EU eerst zekerheid. In dat geval kan Brussel de Britse handelsplatforms alsnog toestemming geven om Europese klanten op hun beurzen te laten handelen. In theorie kan de handel dan weer terugschuiven van Amsterdam naar Londen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord terugschuiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Charlotte Waaijers“Amsterdam na brexit ineens beurshoofdstad van Europa” (Donderdag 11 februari 2021, 21:18), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal