teruggespeeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·ge·speeld
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van terugspelen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van terug bw en gespeeld ww
Werkwoord
vervoeging van: | terugspelen… |
verbogen vorm: | teruggespeelde |
teruggespeeld
- voltooid deelwoord van terugspelen