teruggeblikt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·ge·blikt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van terugblikken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van terug bw en geblikt ww
Werkwoord
vervoeging van: | terugblikken… |
verbogen vorm: | teruggeblikte |
teruggeblikt
- voltooid deelwoord van terugblikken