tentoonstellen
Uiterlijk
- Geluid: tentoonstellen (hulp, bestand)
- IPA: /tɛnˈtonstɛlə(n)/
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
tentoonstellen | tentoonstellend |
tentoonstelling | tentoongesteld |
- ten·toon·stel·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tentoonstellen |
stelde tentoon |
tentoongesteld |
zwak -d | volledig |
tentoonstellen
- overgankelijk voor een publiek toonbaar maken
- De gevonden artefacten werden in het stadhuis tentoongesteld.
- Het woord tentoonstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tentoonstellen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %