Naar inhoud springen

tentoonstellen

Uit WikiWoordenboek
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
tentoonstellententoonstellend
tentoonstellingtentoongesteld
  • ten·toon·stel·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tentoonstellen
stelde tentoon
tentoongesteld
zwak -d volledig

tentoonstellen

  1. overgankelijk voor een publiek toonbaar maken
    • De gevonden artefacten werden in het stadhuis tentoongesteld. 
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be