telomeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·lo·meer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telomeer | telomeren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
telomeer m
- (biologie) (biochemie) DNA-structuur aan het einde van een chromosoom, die de celdeling reguleert
- Een telomeer bestaat uit repeterende stukjes DNA dat de belangrijke genen beschermt tegen het korter worden van de chromosomen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord telomeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.