televizier
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: televizier (hulp, bestand)
Woordafbreking
- te·le·vi·zier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | televizier | |
verkleinwoord |
Eigennaam
televizier m
- (media) de naam van een omroepblad en van een actualiteitenprogramma, beide van de AVRO
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'televizier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.